Online gift

PIXAMS STUDIE

Help ons Doe een gift of een legaat

A Phase I/II Study of Pixantrone in Patients with an Aggressive Relapsing Remitting (RR) or Secondary Progressive (SP) Multiple Sclerosis (PIXAMS)

Mei 2014

PIXAMS-onderzoek : positieve resultaten!

Etude Pixams - Fondation CharcotIn de nieuwsbrief van november 2008 was het Woord van de Voorzitter gewijd aan de lancering door de Stichting van een klinische studie fase I/II met pixantrone (PIX) binnen de agressieve vormen van MS (PIXAMS-onderzoek). Het gaat om patiënten van wie de ziekte erg snel evolueert ondanks de behandelingen die momenteel beschikbaar zijn, en die enkel kan worden gestabiliseerd met een immunosuppressor. Het doel is om de agressieve immuuncellen die in het bloed circuleren te vernietigen, in de hoop dat de nieuwe cellen die in de plaats komen, zich normaal zullen gedragen. Mitoxantrone (MX), dat dankzij de Stichting ontwikkeld werd, is de enige immunosuppressor die sinds 2000 wordt erkend. Het biedt de mogelijkheid om de opflakkeringen en de vordering van de handicap bij meer dan 80% van de patiënten te stoppen gedurende een periode van 2 of 3 jaar. Het zou ideaal zijn om deze behandeling te herhalen, maar in hoge dosissen veroorzaakt MX helaas hartletsels. PIX is een molecule die analoog is aan MX en dezelfde immunosuppressieve eigenschappen heeft, maar een erg lage cardiotoxiciteit. Het zou dus een voordelig alternatief zijn voor MX. De resultaten van het PIXAMS-onderzoek werden pas voorgesteld tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de « American Academy of Neurology » in Philadelphia (29 april 2014). Het onderzoek had betrekking op 18 patiënten met een zeer actieve vorm van de ziekte. Voor 85% van hen had de voortgang van de handicap de bewegingsperimeter (die 2 jaar ervoor nog normaal was) beperkt tot maximaal 500 meter, en 60% van hen kreeg het afgelopen jaar af te rekenen met meer dan 2 opflakkeringen. De behandeling bestond uit 4 intraveneuze injecties die werden toegediend met een tussenperiode van 3 weken. Er werden neurologische, hematologische, biochemische en immunologische onderzoeken uitgevoerd op de dag van de injectie, na 3, 6, 9 weken en 3, 6, 9 en 12 maanden. Om een eventuele cardiotoxiciteit op te sporen, werden vóór elke injectie en in de maanden 3, 6 en 12 echocardiograms gemaakt. Om het effect van PIX op de actieve hersenletsels te onderzoeken, werden bij het begin van het onderzoek en in de maanden 6 en 12 MRI's uitgevoerd.

Wat zijn de conclusies van deze studie? Op het vlak van de efficiëntie daalde de jaarlijkse frequentie van de opflakkeringen, die vóór de behandeling 1,67 bedroeg, tot 0,22 aan het einde van het onderzoek (afname met 86%). Het aantal MRI-actieve letsels, dat vóór de behandeling 3,23 bedroeg, daalde dan weer tot 0,38 (afname met 88%). Terwijl de ziekte bij 83% van de patiënten al 2 jaar snel evolueerde, was deze voortgang bij 85% aan het einde van het onderzoek gestopt. Bovendien daalde de gemiddelde handicap, die wordt uitgedrukt door een klinische maatstaf, Expanded Disability Status Scale (EDSS) genaamd, licht (van 3,92 naar 3,58). Wat de tolerantie betreft, werd bij 5,5% van de met PIX behandelde patiënten een lichte afname van de sterkte van de hartspier vastgesteld, zonder klinische symptomen en met een snelle recuperatie (bij 22% van de met MX behandelde patiënten).

Het PIXAMS-onderzoek vormt een investering van 853.000 € en kon worden gerealiseerd dankzij de gulheid van onze schenkers. De Stichting kon zodoende een van haar doelstellingen verder waarmaken, namelijk het financieren van klinische studies fase I/II waarvoor de farmaceutische bedrijven om diverse redenen geen interesse hebben. De opmerkelijke efficiëntie en de goede tolerantie van PIX tonen aan dat het MX zou kunnen vervangen binnen de agressieve vormen van MS. Het zou raadzaam zijn om een studie fase II uit te voeren waarin PIX wordt vergeleken met een andere immunosuppressor, om te bevestigen dat het betere resultaten oplevert. De Stichting onderzoekt daarom de haalbaarheid van deze volgende stap.

Prof. Dr. Richard E. Gonsette
Voorzitter

A Phase I/II Study of Pixantrone in Patients with an Aggressive Relapsing Remitting (RR) or Secondary Progressive (SP) Multiple Sclerosis (PIXAMS)

November 2008
Hopen op Pixantrone

In de wereldwijde strijd tegen multiple sclerose neemt de Charcot Stichting weldra een belangrijk initiatief : zij start een klinisch onderzoek (PIXAMS) waarvan de resultaten de behandeling van de ziekte aanzienlijk zouden kunnen verbeteren. Van de zes erkende behandelingen in de strijd tegen MS is één product ontwikkeld in België: mitoxantrone. Dit zeer doeltreffende middel heeft één groot nadeel: het is toxisch voor het hart. Als « noodbehandeling » om de evolutie van de ziekte tijdelijk te stoppen, kan het derhalve slechts één keer worden toegediend, gedurende een periode van maximum drie jaar en aan patiënten die heel snel evolueren naar een zware handicap. Aangezien MS een chronische aandoening is, zijn hernieuwde aanvallen in de loop van de volgende jaren helaas onvermijdelijk.

Pixantrone, een echte vooruitgang ?

Pixams - Recherches Cliniques - Fondation CharcotHet onderzoek boekt echter constant vooruitgang, en mede dankzij de steun van de Stichting is een molecule ontwikkeld die analoog is aan mitoxantrone: pixantrone. Met het grote verschil dat deze laatste molecule dezelfde immunosuppressieve eigenschappen heeft, maar een veel lagere cardiotoxiciteit dan mitoxantrone. Immunosuppressiva zijn immers kankerbestrijdende stoffen waarvan het toxische effect op de bloedcellen die verantwoordelijk zijn voor de immuniteit, wordt gebruikt om die te « verminderen » bij een aantal auto-immuunziekten, waaronder multiple sclerose.

De Charcot Stichting heeft beslist om een klinisch onderzoek fase I/II te organiseren bij 20 patiënten. Dit project, dat luistert naar de naam PIXAMS, is vanaf begin 2008 gevoerd in gespecialiseerde centra : het nationaal Centrum voor MS (Melsbroek), de afdeling neurologie van de UCL te Brussel en die van de CHU van Rennes.

Welke hoop ?

Het PIXAMS-project, waarvan patiënten en wetenschappers veel verwachten, zou moeten aantonen dat pixantrone even doeltreffend (of zelfs doeltreffender) is als mitoxantrone en veruit minder toxisch voor het hart. Pixantrone zou derhalve aan meer patiënten kunnen worden toegediend, en meermaals indien hun toestand daartoe noopt. Het zou ook het ontstaan van de handicap kunnen uitstellen van vijf tot tien jaar bij jonge patiënten, en zou bij degenen die reeds de handicap vertonen, de evolutie van de ziekte langer kunnen tegenhouden. Indien de doeltreffendheid en de goede tolerantie van pixantrone worden bevestigd, zou het een grote vooruitgang betekenen in de behandeling van multiple sclerose en op lange termijn mitoxantrone kunnen vervangen.

Het PIXAMS-onderzoek en het gebruik van pixantrone zouden het mogelijk moeten maken om de levenskwaliteit van MS-patiënten gevoelig te verbeteren.