Online gift

Het onderzoek naar multiple sclerose: een stand van zaken

Het onderzoek naar multiple sclerose (MS) is bijzonder actief zo blijkt uit de overvloed aan mededelingen op nationale en internationale congressen en uit de talrijke publicaties over deze ziekte. Met dit artikel willen wij kort ingaan op een aantal recente vorderingen in dit domein.
 
Genetische factoren
Bij een recent genetisch onderzoek in Duitsland kwamen verschillende nieuwe erfelijke varianten aan het licht. Eén daarvan lijkt op een gen genaamd SHMT1, dat een rol speelt in chemische wijzigingen van ons DNA. Het gaat om een belangrijke ontdekking die het cruciale verband aantoont tussen de genetische vatbaarheid en de omgevingsfactoren.

In België kon het team van An Goris aantonen dat deze genetische varianten gecorreleerd zijn aan enkele klinische kenmerken van de ziekte, zoals het jaarlijkse aantal opflakkeringen en het sneller optreden van latere opflakkeringen na de start van de ziekte. Dit jaar werd voor het eerst een gen (NR1H3) geïdentificeerd dat een rol zou spelen in de familiale vormen van gestaag verslechterende multiple sclerose. Het onderzoek van de functies van dit gen zou in de toekomst therapeutische pistes kunnen opleveren.

Immunologie
Het is al lang geweten dat 95% van de MS-patiënten een immuunrespons hebben die opspoorbaar is in het cerebrospinale vocht in de vorm van specifieke oligoclonale banden. Uit een recent onderzoek is gebleken dat sommige auto-antigenen intra-cellulaire proteïnen zijn, wat erop wijst dat de immuunrespons bij MS deels ondergeschikt is aan de celvernietiging.

Een recente prestigieuze publicatie toont aan dat microARN mee aan de basis liggen van de disfunctie van de regulerende T-cellen. MicroARN zijn kleine moleculen die een cruciale rol spelen in tal van biologische processen. In de toekomst zouden het biomarkers of zelfs potentiële therapeutische stoffen kunnen zijn.

Onderzochte behandelingen

  • Op dierenmodellen. De behandeling met een antistof tegen semaforine vermindert experimentele encefalomyelitis bij dieren (een dierenmodel dat vrij sterk lijkt op MS) en bevordert de remyelinisatie en de migratie van de precursoren van de oligodendrocyten (cellen die myeline aanmaken) naar de laesies. Een antilichaam (glunomab) dat een bijzonder eiwit binnen in de bloedvaten van de hersenen tegenhoudt, verhindert dat de inflammatoire bloedcellen door de wand van deze vaten dringen en remt zo de ziekte bij dieren af. De wand van deze vaten vormt de hemato-encefale barrière en wordt zodoende minder doorlatend gemaakt.

  • Neurobeschermende en remyeliniserende therapieën. In het kader van het onderzoek naar remyeliniserende therapieën lopen er twee klinische studies die betrekking hebben op anti-histaminemoleculen (clemastine en GSK239512). Clemastine is in staat om in vitro de differentiatie van precursorcellen in oligodendrocyten op gang te brengen. Het mogelijk beschermende effect van fenytoïne, een anti-epilepticum, op de hersenen werd onderzocht in de optische neuropathie. Uit de resultaten bleek dat er een beschermend effect van ongeveer 30% was op de dikte van de perifere zenuwvezels van het netvlies, wat het pad effent voor toekomstige onderzoeken en misschien voor therapeutische toepassingen.

Beeldvorming
Momenteel worden nieuwe analysetechnieken van magnetische resonantie-beeldvorming (MRI) onderzocht: de spectraalanalyse bijvoorbeeld kan de graad van (de)myelinisatie bepalen van de multifocale laesies van MS in de hersenen. Diffusion tensor imaging (DTI) is een MRI-techniek waarmee de tractografie van de zenuwvezels kan worden vastgesteld, met de bedoeling de verbindingen in de hersenen te analyseren. Dit is een techniek in volle ontwikkeling die zal toelaten om correlaties aan te tonen in verband met de toename van de invaliditeit, cognitieve stoornissen of vermoeidheid van MS-patiënten.
Een recent onderzoek koppelde de verminderde connectiviteit aan de ophoping van ijzerneerslag in de hersenen. Deze vaststelling houdt verband met de progressiemechanismen van MS, zoals de ophoping van ijzer in de disfunctie van de energieproductie van de hersencellen (ter hoogte van de mitochondriën), die tot de degeneratie van de axonen leidt.
 
Het belang van registers voor de toekomst
Het internationale register MSBase, waaraan meer dan 30 000 MS-patiënten meewerken, publiceert geregeld grootschalige onderzoeken en levert een belangrijke bijdrage aan de karakterisering van de epidemiologie of van de evolutie van de ziekte op lange termijn. Het register biedt ook de mogelijkheid om onrechtstreekse vergelijkingen te maken tussen de vele behandelingen die thans beschikbaar zijn. In België verleent de Charcot Stichting haar steun aan de samenstelling van een gelijkaardig register voor Belgische patiënten, BELTRIMS genaamd.

Prof. Vincent van Pesch
Cliniques Universitaires Saint-Luc.