Online gift

De toekomst krijgt vorm

In zo’n twintig jaar tijd is het aantal beschikbare medicaties voor de behandeling van MS fors toegenomen.

Lemtrada® werd in 2015 in België geïntroduceerd en is een monoklonaal antilichaam dat verschillende types van lymfocyten vernietigt. Mavenclad® werd gelanceerd op 1 augustus 2018 en remt de verspreiding van de geactiveerde lymfocyten. Ocrevus® ten slotte werd geïntroduceerd op 1 maart 2019. Dit monoklonale antilichaam vernietigt een specifieke populatie lymfocyten, de zogenaamde B-lymfocyten.

Deze drie producten hebben een gemeenschappelijk kenmerk: alle drie dienden ze aanvankelijk voor de behandeling van leukemie of bloedkanker, lymfomen genaamd. Bij MS worden ze op meer chronische wijze en/of in lagere doses aangewend, met de bedoeling de werking van het immuunsysteem te wijzigen of bij te sturen. De resultaten ervan zijn bijzonder bemoedigend, ook al is er een groter risico op bijwerkingen.

Het verhoopte herstel van het immuunsysteem gebeurt spontaan en wij hebben geen controle op het ontstaan van deze nieuwe immuniteit, waarvan we hopen dat ze niet langer auto-immuun is. Dit noopt ons tot enige bescheidenheid. Een andere vraag is wanneer zulke behandelingen toegepast moeten worden, en bij welke patiënten. Het is duidelijk dat niet alle vormen van MS zulke ingrijpende behandelingen vergen. In dat verband zouden nieuwe biomarkers van de activiteit van de ziekte bijzonder interessant kunnen worden. De biomarker waarin onderzoekers en neurologen vandaag vooral hun hoop stellen, is de dosering in het bloed van de lichte keten van het neurofilament (NfL), een specifieke structuur van de zenuwvezels van de neuronen. Een hoge concentratie van dit eiwit wijst op degeneratie en verlies van axonen, ofwel acuut bij een opstoot, ofwel chronisch bij stille celdood binnen het zenuwstelsel. De ziekte heeft immers nog steeds een andere, verborgen kant, waarop we vooralsnog weinig vat hebben, en die aan de basis ligt van de langzame aantasting van de zenuwnetwerken in de hersenen en het ruggenmerg, en dus van de langzame verergering van de symptomen van de aandoening.

De medicaties van de toekomst zullen ook dat aspect van de ziekte, dat betrekking heeft op de neurobescherming en de remyelinisatie, moeten aanpakken.

De reeds behaalde resultaten stemmen ons optimistisch, maar het zal nog even duren vooraleer we alle pathologische mechanismen van de ziekte kunnen corrigeren.

 Prof. Dr. Christian Sindic