Online gift

Het raadsel van deze tweesnijdende immuuncellen

Bij multiple sclerose (MS) valt het immuunsysteem bij vergissing het zenuwstelsel aan, waardoor de hersenen en het ruggenmerg schade oplopen.​

Het immuunsysteem beschermt het lichaam normaal tegen infecties, maar bij MS-patiënten wordt het hyperactief. Deze abnormale reactie wordt uitgelokt door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Er komen dan immuuncellen in de hersenen en het ruggenmerg terecht, waardoor er zenuwweefsel ontstoken raakt en aangetast wordt. Die schade verstoort de communicatie tussen de zenuwcellen en leidt tot diverse neurologische symptomen, zoals spierzwakte, evenwichtsproblemen, coördinatiemoeilijkheden, stramheid, vermoeidheid en gezichtsstoornissen. Deze symptomen kunnen zich voordoen in periodes (zogenaamde relapsen) of mettertijd geleidelijk verergeren.

Een groep immuuncellen die bij MS een sleutelrol spelen, zijn de fagocyten. Deze cellen staan centraal in de immuunrespons en zijn overvloedig aanwezig in door MS aangetaste hersengebieden. Van fagocyten bestaan er verschillende subtypes, zoals macrofagen en microglia. Macrofagen komen voort uit monocyten in het bloed en dringen het centrale zenuwstelsel (CZS) binnen tijdens de vorming van MS-letsels. Microglia zijn dan weer immuuncellen die al in de hersenen aanwezig zijn. Zowel macrofagen als microglia worden bij MS geactiveerd en tasten mee de zenuwen aan. Ze breken de myeline af, de vetachtige stof die rond de zenuwvezels zit. Myeline is cruciaal voor het snel en doeltreffend doorgeven van zenuwsignalen. Wanneer deze stof beschadigd raakt, is dat nefast voor de communicatie tussen de zenuwcellen. Dat leidt tot de neurologische problemen die kenmerkend zijn voor MS.

De hersenen zijn van nature in staat om beschadigde myeline te herstellen. Dat proces heet remyelinisatie en kan de zenuwfunctie herstellen. Onderzoekers schuiven het stimuleren van remyelinisatie dan ook naar voren als een belangrijke strategie in de behandeling van MS. Om dit mogelijk te maken, moeten de hersenen eerst een omgeving binnen het letsel tot stand brengen die het herstel ondersteunt. Hoewel er verschillende celtypes en processen bij betrokken zijn, spelen de fagocyten een hoofdrol in twee belangrijke fasen.  Een gezonde immuunrespons helpt de ontsteking wegwerken en ondersteunt de aanmaak van nieuwe cellen die myeline produceren. Bij MS mislukt de overgang echter vaak en blijven de fagocyten in een chronische staat van ontsteking. Door deze langdurige activering ontstaan hersenletsels die zich langzaam uitbreiden en remyelinisatie verhinderen. De aanwezigheid van deze letsels is nauw verbonden met de progressie van de ziekte.

Het is nog niet helemaal duidelijk waarom fagocyten in MS-laesies niet overgaan naar de staat waarin ze het herstel bevorderen, maar verschillende factoren spelen daarin mee. Eén belangrijke factor is de aanhoudende activering van het immuunsysteem door de auto-immune aard van MS. Daarnaast raken de fagocyten overstelpt door de vele myelineresten die ze moeten opruimen. Door de buitensporige toename van myeline-afgeleide lipiden is hun werking verstoord en verkeren ze in een schadelijke staat van ontsteking. Ook factoren zoals genetische aanleg, veroudering, gender, voeding en infecties kunnen er mee voor zorgen dat de letsels bij MS zich niet herstellen.

Aangezien onverminderde ontsteking een centrale rol speelt bij MS, bestuderen onderzoekers therapieën die ze doen verdwijnen en op die manier de remyelinisatie stimuleren. De huidige behandelingen hebben als doel het binnendringen en de activiteit van fagocyten in de hersenen te onderdrukken. Zo blokkeren geneesmiddelen als Natalizumab en Fingolimod de moleculen die immuuncellen nodig hebben om het CZS binnen te dringen, terwijl BTK-remmers en dimethylfumaraat de inflammatoire werking ervan helpen verminderen. Er worden ook experimentele methoden ontwikkeld om fagocyten meer specifiek aan te pakken in het CZS. Daartoe behoren het verhogen van de opruiming van myelineresten en het verbeteren van de verwerking van lipiden, het herprogrammeren van het celmetabolisme, het verhogen van de productie van lipidemediatoren die de ontsteking wegnemen, en het verminderen van oxidatieve stress. Hoewel veel van deze strategieën beloftevol bleken in preklinische modellen, is verder onderzoek nodig om de werkzaamheid bevestigd te zien in klinische proeven.

Omdat MS er bij elke patiënt anders uitziet, is het van essentieel belang om behandelingen op maat te ontwikkelen. Door de complexiteit van de ziekte zal waarschijnlijk een combinatie van methoden nodig zijn die verschillende aspecten van het ziektebeeld van MS aanpakken. Ondanks deze uitdagingen bieden de vorderingen in het onderzoek hoop voor toekomstige therapieën die de progressie van de ziekte kunnen vertragen en zelfs het herstel kunnen bevorderen.

Prof. Jérôme Hendriks, Professor in de neuro-immunologie, UHasselt

De referenties van alle vermelde studies in deze nieuwsbrief zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de Charcot Stichting : info@fondation-charcot.org
© Fondation Charcot Stichting - 2025