Historie van multiple sclerose

1395

Eerste bekende beschrijving van symptomen die wijzen op multiple sclerose bij een Nederlandse non, Lidwina de Schiedam, op 18-jarige leeftijd.

1822 tot 1848

Auguste d'Este beschrijft zelf zijn MS-achtige symptomen in een dagboek dat 26 jaar lang werd bijgehouden.

1868

Jean-Martin Charcot geeft de eerste gedetailleerde klinische en anatomopathologische beschrijving van multiple sclerose.

1935

Thomas Rivers ontwikkelt het eerste diermodel van MS, bekend als experimentele auto-immune encefalitis (EAE).

1942

Elvin Kabat en collega's zien hoge niveaus van IgG in het cerebrospinale vocht (CSF) van MS-patiënten.

Jaren 1950

Introductie van corticoïden voor de behandeling van MS-opflakkeringen.

1965

Voor het eerst gebruikt Christian Laterre de term ‘oligoklonale banden’ om te verwijzen naar een specifieke productie van IgG in het CSF.

1973

Casper Jersild en collega's identificeren een hogere frequentie van bepaalde histocompatibiliteitsantigenen (HLA) bij MS-patiënten.

1981

Voor het eerst worden MS-letsels specifiek detecteerbaar op een MRI van de hersenen (werk van Y.R. Young en collega’s).

1987

Hillel Panitch en collega’s tonen aan dat toediening van interferon gamma het aantal opflakkeringen kan verhogen.

1993

Don Paty en zijn collega's bewijzen de werkzaamheid van interferon bèta bij relapsing-remitting MS.

1995

Kenneth Johnson en zijn collega’s tonen de werkzaamheid aan van glatirameeracetaat (Copaxone) bij relapsing-remitting MS.

2006

Twee klinische onderzoeken (Chris Polman, Richard Rudick et al.) tonen de werkzaamheid aan van natalizumab, het eerste monoklonale antilichaam dat tegen MS wordt gebruikt, bij het voorkomen van de migratie van lymfocyten door de bloed-hersenbarrière.

2008

Eerste positieve resultaten met een monoklonaal anti-B-lymfocytenantilichaam (rituximab) bij relapsing-remitting MS.

2010

Twee klinische onderzoeken (Ludwig Kappos, Jeffrey Cohen et al.) tonen de werkzaamheid aan van fingolimod (Gilenya), de eerste orale behandeling voor relapsing-remitting MS.

2016

Aangetoonde werkzaamheid van ocrelizumab, een monoklonaal anti-B-lymfocytenantilichaam, bij relapsing-remitting MS (Stephen Hauser et al.) en in de primair progressieve vorm (Xavier Montalban et al.).

2017

Twee klinische onderzoeken (2010 en 2017), geleid door Gavin Giovannoni et al., bewijzen de werkzaamheid van cladribine (Mavenclad), een behandeling die voor een mogelijk herstel van het immuunsysteem zorgt.

2019

Een internationaal consortium onder leiding van Alastair Compston publiceert een genoomkaart waarin 233 genetische varianten worden geïdentificeerd die geassocieerd zijn met MS, waarbij perifere immuuncellen en microglia betrokken zijn.

2023

Een groot epidemiologisch onderzoek bevestigt dat infectie met het epstein-barrvirus (EBV) een belangrijke risicofactor is voor de ontwikkeling van MS (Alberto Ascherio et al.).

Blijven op de hoogte gebracht

Ontvang alle informatie met betrekking tot onderzoek en nieuws van de Charcot Foundation rechtstreeks in je inbox.

Door op "Ik schrijf me in" te klikken, aanvaardt u ons privacybeleid.